Het is vrijdag 12 maart 1999. Met mijn 26 jaar ben ik de jongste woordvoerder op het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Hoewel nog jong, ben ik eerste woordvoerder infectieziekten en van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Met de communicatiecollega’s volgen we live op tv de ondervraging van toenmalig minister Els Borst door de parlementaire enquêtecommissie Bijlmerramp. Nog tijdens die ondervraging belt de Hoofdinspecteur mij: “Fanny, je moet meteen komen. Er is nu echt iets aan de hand!”…..
Ziekenhuizen melden dat ze mensen opnemen met legionellose, in de volksmond veteranenziekte. Al deze mensen hebben de Westfriese Flora bezocht, die van 19 tot en met 28 februari in Bovenkarspel werd gehouden en 80.000 bezoekers trok. Even later bevind ik mij al in een telefonische vergadering van het BAO (bestuurlijk afstemmingoverleg voor de infectieziektenbestrijding). Met daarin de Hoofdinspecteur Gezondheidszorg, de directeur van het RIVM, de landelijk directeur van de GGD’en; en ik dus als 26-jarige woordvoerder.
Het gaat al snel over de communicatie. Mijn advies is kort en helder: vandaag mensen massaal waarschuwen. Immers, mensen met klachten lijkend op een longontsteking die op de Flora in Bovenkarspel waren geweest, konden ziek zijn door de legionellabacterie. Maar als je dit niet weet, dan krijg je niet de juiste antibiotica en loop je veel meer risico op een ernstig verloop of overlijden. Een paar aanwezigen twijfelen. We weten toch nog helemaal niet zeker of de besmettingsbron bij de Flora is. ‘Gaan we dan niet meer paniek zaaien?’, vragen ze. Mijn intuïtie zegt dat ik nu snel moet handelen. In overleg met mijn leidinggevende Roel Praat bel ik het NOS Journaal. Die avond opent het Journaal met een nationale waarschuwing van de Hoofdinspecteur voor de Gezondheidszorg aan mensen en zorgverleners.
Achteraf pakten we zo een cruciaal communicatiemoment. Want in een tijd waarin er nog nauwelijks internet en andere online communicatiemiddelen waren, was de vrijdagavond in het Journaal en vervolgens zaterdag in alle kranten van groot belang. Toen we op maandagochtend onze eerste persconferentie hielden en we al zeer veel zieken en doden moesten melden, werd dit nog eens extra duidelijk. Uiteindelijk werd dit de grootste legionella-uitbraak uit de geschiedenis.
Wat ik vooral heb geleerd hieruit? Dat ik moet luisteren naar andere deskundigen, maar minstens zo sterk naar mijn eigen expertise en intuïtie. Dat ik een eigen verantwoordelijkheid heb te nemen als communicatieprofessional. En tot slot, dat je bij een crisis, ook als je alles nog niet zeker weet, moet communiceren, communiceren, communiceren.
Dit artikel is in oktober 2020 verschenen in de C, vakblad Communicatie van Logeion. Met dank aan Guido Rijnja.